Om te begrijpen waar je moet beginnen met een slijpsteen is het van belang om te begrijpen hoe je mes is opgebouwd. De veschillende Furore messen hebben een andere gelaagde opbouw zoals 3, 67 of 110 lagen staal, maar in de kern is de anatomie het zelfde.
Het lemmet is het grote vlak van het mes en geeft het mes zijn aangezicht. Het onderste deel noemen we de vouw. Hier wordt het lemmet versneld naar een punt gebracht om samen te komen in de snede, met 15˚ als de meest ideale hoek voor zowel scherpte, als ook voor stevigheid. De snede bepaalt hoe scherp het mes uiteindelijk is. Het oppervlakte van de snede moet zo dun, glad en strak mogelijk zijn om overal doorheen te glijden zonder veel druk te hoeven zetten.
Bij het gebruik van het mes zal er slijtage optreden. Doordat je per ongeluk een keer hardere producten snijdt, of gewoon omdat je tijdens het snijden de snijplank raakt. Hierdoor kunnen miniscule bramen aan je mes ontstaan die niet zichtbaar zijn met het oog maar er uiteindelijk toe leiden tot je mes minder scherp wordt. Deze bramen kun je regelmatig van je mes verwijderen met een aanzetstaal. Je kunt ze zien door het mes op zijn kop in het licht te houden en langs de snede te kijken. Zie je stukken die het licht reflecteren? Deze bramen probeer je met een aanzetstaal terug te vouwen of weg te slijpen (afhankelijk van hoe erg/groot de braam is). Als de hoek te vlak wordt, is het nodig het lemmet terug te slijpen in de V-vorm met een slijpsteen, zo is er weer ruimte om de vouw strak, glad en scherp te krijgen met een hoek van 15˚.